Bestelstatus x
Uitloggen

028082854

Woordenboek - Verklaring van de begrippen over banden

Bandenspanning

Uw rijstijl bepaalt hoelang uw banden meegaan, maar ook de bandenspanning speelt een rol. Rijden op te zachte banden zorgt ervoor dat uw banden te veel opwarmen. Dit geeft een snellere slijtage, minder comfort, beïnvloedt de rijstabiliteit in negatieve zin en geeft een hoger brandstofverbruik. Hier komt nog bij dat de kans op beschadiging van uw banden toeneemt. We raden u daarom aan, regelmatig uw bandenspanning te controleren, bij voorkeur elke twee week. Dit moet gebeuren bij koude banden (Binnen 3 km na vertrek). De juiste bandenspanning vindt u aan de binnenzijde van uw brandstofklep of van de portierstijl of in het instructieboekje van uw auto. De aangegeven waarde is de minimale adviesspanning. Meestal staan er twee getallen: Eén voor een bijna lege auto en één voor een auto met volle belading. Kies altijd de minimale spanning die voor een auto met volle belading is aangegeven. Op die manier komt de spanning niet snel onder de laagste, kritische waarde. Dit kan zonder problemen, want banden slijten pas extra, als de spanning meer dan 1 bar boven de hoogst aangeraden spanning komt. Vergeet uw reservewiel niet te controleren! Ventieldopjes na controle weer goed vastdraaien. Ontbrekende vervangen. Hierdoor houdt u vuil en stof uit het ventiel.

Profieldiepte

Al vanaf een profieldiepte van 4 mm neemt de grip van de banden op de natte weg duidelijk af, vooral bij brede banden. Vooral op nat wegdek is de profieldiepte van banden bepalend voor de grip en de remweg. Hoe dieper het profiel, hoe beter het water wordt afgevoerd en hoe eerder u tot stilstand komt. Een paar millimeter méér profiel verkort de remweg al snel met enkele meters. Bij te gering profiel kunnen de banden het contact met het oppervlak verliezen. Het voertuig wordt onbestuurbaar en remt niet meer. Het is daarom aan te raden om met uw banden niet door te rijden tot het wettelijk minimale profiel van 1.6 mm is bereikt. Afhankelijk van de breedte zouden zomerbanden op zijn laatst bij 2 tot 2.5 mm vervangen moeten worden (hoe breder, hoe eerder), de winterbanden al bij 4 mm restprofiel.

Het vervangen van banden

Als u verschillende typen banden om uw auto gebruikt, verslechteren de rijeigenschappen. Daarom is het aan te raden op alle vier de wielen (In ieder geval op elke as, dus beide voorwielen of beide achterwielen) banden van hetzelfde type te gebruiken. Een nieuw reservewiel zou ook bij uw nieuwe bandenkeus meegenomen moeten worden. Als u twijfelt, plaatst u de banden met het beste profiel om de achteras. Als u twijfelt over het type band die u wilt aanschaffen, kunt u altijd in uw instructieboekje kijken of contact met ons opnemen. Zorg ervoor dat bij iedere nieuwe montage van banden altijd nieuwe ventielen worden gebruikt.

Bandenveroudering

Banden worden ouder, ook al worden ze niet gebruikt. De veiligheid van oudere banden neemt duidelijk af. Daarom is het aan te raden, banden die ouder dan 8 jaar zijn, niet meer te gebruiken.

Winterbanden

Bij losse sneeuw en smurrie geven M+S banden duidelijk betere grip dan zomerbanden. Vooral de brede- en hogesnelheids-banden (voor boven de 210 km) zijn vaak niet geschikt voor in de winter. Daarom is het aan te raden om in sneeuwrijke gebieden deze banden in die periodes te vervangen door winterbanden. Men dient dan wel rekening te houden met de voor deze banden geldende snelheidslimieten. De sticker met de max. toegestane snelheid bij deze banden moet in het gezichtsveld van de rijder worden aangebracht als deze snelheid onder de maximum snelheid van het voertuig ligt.

Stoeprandparkeren

Het wild tegen stoepranden parkeren kan gevaarlijk zijn. Het kan vervroegde en sterkere bandenschade tot gevolg hebben, die zich pas in een later stadium openbaart. Daarom is het aan te raden langzaam en indien mogelijk dwars over stoepranden en andere opstaande randen heen te rijden. Het is slecht voor de banden als u langs opstaande randen schaaft. Ook moet u uw auto niet zo parkeren, dat slechts een gedeelte van het bandoppervlak contact maakt met de ondergrond.

Bandenopslag

Rubber veroudert door warmte, vochtigheid en zonlicht sneller en wordt door vele soorten oplosmiddelen aangetast. Banden moeten in een droge, koele ruimte, het liefst donker opgeslagen worden. Banden zonder velgen staand, anders liggend. Contact met benzine, olie en vet moet vermeden worden.